Het AZC in Albergen een jaar later
Een AZC-vrijwilliger vertelt: “Het azc was eindelijk open. Het was rond. Het leek me mooi om bij stil te staan. En ik houd van bakken. Ter plekke heb ik kennisgemaakt met de mensen daar en zo raakte ik betrokken. Ik schrok van de manier waarop er in mijn dorp werd gereageerd op de komst van het azc. Zo ken ik Albergen niet. Hoezo zouden we hier geen 150 mensen kunnen opvangen? Dat moet wel kunnen, heb ik altijd gedacht.”
Lees hieronder het hele verhaal over het AZC in Albergen, een jaar na de opening (bron: Trouw)
Een jaar na de opening van het controversiële asielhotel merken mensen in Albergen er weinig van
Misschien wel het meest besproken azc van Nederland, in het Twentse Albergen, is deze week een jaar open. Van de onveiligheid die vooraf zo werd gevreesd is geen sprake. Het kabbelt rustig voort in Albergen. ‘Ik heb het gevoel dat de ergste negativiteit in het dorp wel is weggeëbd.’
Dit artikel is geschreven door Johan van Heerde
redacteur asiel en migratie
Gepubliceerd in Trouw op 2 oktober 2025, 19:30
De toon wordt gezet aan het begin van de Gravendijk, een landweggetje in hartje Twente. Burgemeester Anko Postma zit op de wc, met de broek op zijn enkels. Zijn ogen gesloten, zijn handen gevouwen. Bij de spotprent op het grote spandoek staat de tekst: ‘Realisatie azc Albergen door leugens, misleiding en bedrog. Zo denken wij over achterkamertjes.’
Een paar honderd meter verderop staat het voormalige Landhotel ’t Elshuys. Toeristen slapen er niet meer. Het oude hotel doet dienst als asielzoekerscentrum (azc) van het landelijke opvangorgaan Coa. De locatie is een van de meest besproken azc’s in het land vanwege de controversiële manier waarop het er kwam. Omstreden omdat het vorige kabinet (Rutte IV), aanvankelijk zonder toestemming van de gemeente Tubbergen, besloot dat in hotel ’t Elshuys asielopvang moest komen.
Een zonnige nazomerdag, eind augustus. Acht jongetjes voetballen op een trapveldje dat naast het azc is verrezen. ‘Klabang’ klinkt het als de witte bal een glimmend metalen hek raakt. ‘Prrrrrrrt prrrrrrt.’ Een van de jochies heeft een scheidsrechtersfluitje bemachtigd en blaast de longen uit zijn lijf. Een paar vrouwen bij een picknicktafel schudden het hoofd. Op het pleintje naast het veld repareren een paar mannen een fiets.
Na 21:45 niet meer buiten spelen
Adjunct-locatiemanager Arnaud ter Haar van het Coa zwaait de voordeur van de opvanglocatie open. Naast de deur hangt een papier met daarop in grote letters ‘Na 21:45 mogen er geen balspellen meer gespeeld worden buiten. Dit wegens overlast voor de buren. Sorry voor het ongemak.’ Eronder staat in vier icoontjes dezelfde boodschap.
Binnen zijn overal deuren, zoals altijd in hotels. Ter Haar doet er een paar open om te laten zien wat erachter schuilgaat. Een hok vol grijze wasmachines. Een klaslokaal met aan de muur het alfabet. Een ruimte met een paar naaimachines waar bewoners ook kunnen haken en breien. Boven zijn de slaapkamers die asielzoekers met elkaar moeten delen.
Ter Haar pakt koffie en neemt plaats in een kantoortje. Het azc is nu een jaar open, een moment om de eerste balans op te maken. De manager toont zich realistisch. “Het zal lastig worden om iedereen in Albergen tevreden te stellen”, zegt hij. Daarvoor is er simpelweg te veel gebeurd.
Het besluit van voormalig staatssecretaris Eric van der Burg (VVD) om zonder overleg met de gemeente hotel ’t Elshuys aan te wijzen als azc leidt in 2022 tot felle protesten. Honderden dorpsbewoners ageren tegen het azc. Mensen gaan hierbij over de schreef. Er wordt een brandje gesticht bij het nog leegstaande hotel, dat later wordt beschoten met een luchtbuks. Een aanwonende van het azc wordt veroordeeld voor het bedreigen van burgemeester Postma omdat hij een airtag onder diens auto bevestigde. Er loopt nog een hoger beroep.
Onder het vergrootglas
Uiteindelijk gaat de gemeente toch akkoord met een azc en vraagt ze hiervoor zelf de vergunningen aan. Twee jaar later, in het najaar van 2024, arriveren de eerste asielzoekers en reeds erkende vluchtelingen (statushouders in jargon) bij het pand. “Sindsdien ligt de locatie onder het vergrootglas”, zegt Ter Haar. Aanvankelijk wilde het Rijk 300 asielzoekers in het hotel opvangen. Het werden uiteindelijk 100 asielzoekers en 50 statushouders.
Volgens Ter Haar verloopt het ‘prima’ op de locatie. “De medewerkers zijn tevreden. De bewoners zijn tevreden. Elf bewoners werken extern en tientallen doen intern klusjes. Er zijn dagprogramma’s en in totaal twintig vrijwilligers geven taallessen, organiseren activiteiten voor kinderen en geven fietsles.”
Incidenten zijn er wel, maar niet buitensporig, zegt Ter Haar. “Dan gaat het om overtredingen van de huisregels, zoals roken, niet schoonmaken en geluidsoverlast.”
Het grootste incident vond plaats op 29 augustus toen een bewoner van het azc vanuit een auto werd beschoten met vermoedelijk een airsoftpistool. Diegene raakte daarbij lichtgewond. Vorige week staakte de politie het onderzoek naar het incident bij gebrek aan aanwijzingen.
Omwonenden kunnen zich met eventuele klachten wenden tot het Coa en de gemeente, die deze klachten vervolgens geanonimiseerd bijhoudt in een kwartaalrapportage.
Geluidsoverlast komt veel voorbij in de rapportages. ‘Worden er kinderen vermoord?’, vraagt iemand op 3 april bijvoorbeeld. Net als verkeersveiligheid. Een mail op 11 juni: ‘Vanochtend omstreeks 08:17 uur fietste een getinte man aan de verkeerde kant van de Ootmarsumseweg’. Het Coa bedankt de buurtbewoner voor de melding.
Folie op ramen
Ook wordt er meermaals melding gemaakt van folie dat van de ramen van bewoners is verwijderd. Ter Haar verklaart: “Er zit folie op het glas op verzoek van omwonenden, voor hun privacy.” Op de vraag of andere azc’s ook folie op ramen aanbrengen moeten Ter Haar en een Coa-woordvoerder het antwoord schuldig blijven. “Waarschijnlijk niet.”
Wat ervaren de buren zelf? Richard Hofhuis woont al 65 jaar aan de Gravendijk, net voor het voormalige hotel. Dat heeft een speciale betekenis voor hem, want zijn opa was degene die, ruim honderd jaar geleden, zich als eerste vestigde op de plek van ’t Elshuys, zo vertelt hij.
“We zullen zien hoe het gaat”, zei Hofhuis op de dag van de opening over zijn honderdvijftig nieuwe buren. Hij liet op zijn telefoon de groepsapp ‘Omwonenden Hotel Elshuys’ zien. “Als er wat gebeurt, appen we elkaar.”
Hofhuis omschreef zichzelf een jaar geleden als voor- noch tegenstander van de opvang. De dwang is het grootste probleem dat hij heeft met de opvanglocatie, zei hij. “Natuurlijk komt er verzet als je zonder enige inspraak een azc aanwijst.”
Een jaar later leunt Hofhuis in zijn voortuin op een bezem. Door de dichte begroeiing zijn de fel oranje daken van het voormalige hotel net niet zichtbaar. “Ik heb totaal geen last van het azc. Die mensen komen helemaal niet in je tuin en zeggen je vriendelijk gedag. Nee, ik woon hier nog steeds met veel plezier”, zegt de buurman.
Er zijn wel wat zaken veranderd, vertelt Hofhuis. “Het stikt van de fatbikes. Soms zit er wel drie man op één fiets”, zegt hij. “En ik krijg pakketjes in de bus. Verkeerd bezorgd. Die geef ik dan wel af bij het azc.”
Nog dichter bij het azc woont Tonnie Oude Nijhuis. Haar woning staat aan de achterkant van het azc, direct tegen het perceel van het voormalige hotel. Op de dag van de opening zat ze samen met haar schoonzoon Martin Hoek aan de koffie.
‘Er is zoveel lawaai’
Oude Nijhuis maakte zich zorgen over het geluid, vertelde ze toen, en die zorgen blijken een jaar later niet ongegrond. “Er is zoveel lawaai”, zegt de vrouw op leeftijd. “Er wordt de hele dag gevoetbald, wie heeft er nou bedacht om metalen hekken te plaatsen bij een voetbalveld? En kinderen spelen veel buiten. Ze blazen op fluitjes en schreeuwen. Als ik rustig in de tuin wil lezen moet ik eerst mijn gehoorapparaat uit doen, het geluid dringt overal doorheen.”
Haar schoonzoon Martin Hoek sprak zich een jaar geleden harder uit. Nog voor er een asielzoeker voet over de deurpost van ’t Elshuys had gezet, gaf Hoek een waarschuwing af. “Als die asielzoekers bij het huis komen, dan los ik het zelf op. De politie, zegt u? Ik pak ze zelf. Dan maar zes jaar achter de tralies.”
Een jaar later reflecteert Hoek aan de telefoon op zijn uitspraak. “U kunt dat een gekke uitspraak vinden, maar wij willen geen last hebben van vreemdelingen. Ze hebben ook geen last van mij. Als ze mijn schoonmoeder wat aandoen… Dan stop ik die asielzoekers in mijn aanhanger en breng ik ze naar wethouder Ursula Bekhuis. ‘Hier heb je ze’, zeg ik dan.”
Hoek verwijst naar berichten over Budel, of over Ter Apel, waar bewoners overlast ondervinden van asielzoekers of ongedocumenteerden. Daarvan is in Albergen geen sprake. “Nee, tot op heden is er niets gebeurd”, erkent Hoek, “maar wat niet is, kan nog veranderen.”
Hoek is het vertrouwen in de gemeente en het Coa helemaal kwijt, zegt hij. “Dan zegt het Coa dat er twintig mensen vrijwilligerswerk doen op het azc. Noem mij er één. Ik ken iedereen in Albergen. Er is niemand die daar vrijwilligerswerk doet.”
Kalebassen uithollen en kleding naaien
Die mensen zijn er wel, zegt Agnes Oude Nijhuis. Ze is zelf namelijk een van de vrijwilligers. Oude Nijhuis (geen familie van Tonnie) is geboren en getogen in Albergen en doet met een groepje vrijwilligers activiteiten met de kinderen op het azc. “Halloween komt eraan, dus nu gaan we met de kinderen kalebassen uithollen en kleding naaien.”
Twee weken na de opening van het azc, vorig jaar, reed Oude Nijhuis naar het azc. Om een cake af te geven, een cake in de vorm van een tulband. “Het azc was eindelijk open. Het was rond. Het leek me mooi om bij stil te staan. En ik houd van bakken. Ter plekke heb ik kennisgemaakt met de mensen daar en zo raakte ik betrokken.”
Oude Nijhuis schrok van de manier waarop er in haar dorp werd gereageerd op de komst van het azc, vertelt ze. “Zo ken ik Albergen niet. Natuurlijk begrijp ik dat directe omwonenden een azc niet toejuichen. Maar de weerstand in de rest van het dorp? Hoezo zouden we hier geen 150 mensen kunnen opvangen? Dat moet wel kunnen, heb ik altijd gedacht.”
De vrijwilliger zegt dat ze het belangrijk vindt dat een tegengeluid ook de publiciteit haalt. “De verhalen van de mensen in het azc, daar word je stil van. Bewoners hebben alles achtergelaten en wonen noodgedwongen in een opvang. Ouders zijn heel dankbaar dat we komen helpen. En de kinderen geven je spontaan een omhelzing als ze je herkennen. Dat is toch mooi?”
Albergen is een oud rooms-katholiek dorpje met 3500 inwoners en een hecht verenigingsleven. Carnaval is er voor velen het hoogtepunt van het jaar. Het leven in het dorpje kabbelt verder, vertelt Paul Kuipers, het dorp en het azc merken weinig van elkaar.
Kuipers kan het weten. Hij voorzitter van voetbalvereniging De Tukkers, en daarnaast ook betrokken bij de handbal, volleybal én carnaval. “Kortom, ik ben flink aanwezig.”
Spraakverwarring
Wat volgens hem niet helpt voor de verhoudingen is spraakverwarring die soms ontstaat. De regionale krant schreef onlangs dat het Coa zou hebben besloten om voetballers niet bij De Tukkers in Albergen te laten spelen. In plaats daarvan spelen een paar jongens bij MVV’29, een vereniging in een naastgelegen dorp. ‘De keuze om hen buiten het dorp te laten spelen, kan niet los worden gezien van de spanningen rond het asielzoekerscentrum’, schrijft de krant.
Voorzitter Kuipers vindt dat geen juiste weergave van de werkelijkheid. Volgens hem zijn spelertjes van het azc welkom. “Er leefden bij onze vereniging nog wat vragen. Over halen en brengen van de jonge spelers. Over verzekeringen. In de tussentijd werden al een paar spelertjes ondergebracht bij MVV ’29.”,
Volgens de voorzitter is juist door verenigingen onderling afgesproken dat als het aantal voetballes van het azc toeneemt, zij worden gespreid over de verenigingen. “Asielzoekers verhuizen soms zomaar weer en je wilt niet dat dan de helft van een elftal wegvalt.”
Kuipers heeft het gevoel dat de ergste negativiteit in het dorp wel is weggeëbd, zegt hij. “Mensen zijn niet tegen vluchtelingen, maar voelen zich vooral enorm gepiepeld door de overheid en de gemeente. Mensen zijn op het verkeerde spoor gezet.”
Om die reden worden er door omwonenden nog altijd juridische procedures gevoerd tegen de komst van het azc. Zoals door Henri Velthof, die net iets voorbij het azc aan de grote weg woont. Velthof is ervan overtuigd is dat inwoners van Albergen worden voorgelogen en bedrogen, onder meer omdat nooit zwart op wit is vastgelegd wanneer het azc weer sluit.
In eerste aanleg wees de rechter de bezwaren van onder anderen Velthof af, maar hij gaat met zijn familie in hoger beroep bij de Raad van State. Zijn belangrijkste grief is dat er op onwettige wijze is geschoven met het bevoegde gezag om de vergunning voor het azc aan te vragen, met als gevolg dat omwonenden is belet om hiertegen in bezwaar te gaan. Wanneer de zaak dient is nog niet bekend.
Het stoort Velthof dat de directe omwonenden van het azc worden weggezet als mensen ‘die het azc niet willen’, zoals burgemeester Postma onlangs nog zei tegen RTV Oost. “Daar gaat het mij helemaal niet om. Wij willen ons recht halen.”
Velthof rijdt elke dag langs het azc in het voormalige hotel, vertelt hij. “Dan denk ik: dit zit er illegaal. Dat is het probleem.”